Er zijn veel verschillende soorten haaksteken. Met de basis haaksteken haak je al hele leuke projecten. Na deze korte haaksteken uitleg kun je zo aan de slag met je eerste sjaal, tas of accessoire.
De lus
Eerst heb je een lus nodig die kan bewegen. Leg je draad in een lus over elkaar, zodat de draad zichzelf kruist. Haal met je vingers deze draad door de gevormde lus. Trek deze lus met je haaknaald aan, nu kan je beginnen.
Losse
We vervolgen deze haaksteken uitleg met dé basissteek, je begint elk haakproject met een rij losse. Je haalt met je haaknaald de draad door de lus die je net hebt gemaakt. Trek niet te hard aan, want je wil nog in deze steek kunnen steken in de volgende toer. Als je plant om met een naaimachine stukjes gehaakte lapjes samen te brengen – kies er dan één die met dikke draad omkan. Hierover kan je op deze pagina alles bijleren!
Vaste
Steek je haaknaald door een losse, haal de draad door deze steek heen. Nu heb je twee lussen op je haaknaald, sla de draad nogmaals over je haaknaald en haal deze door beide lussen.
Halve vaste
Steek je haaknaald door een losse en haal hier de draad door. Je hebt twee lussen op je haaknaald, haal deze laatste lus door de eerste.